Dag 49: Xunqueira de Ambía – Ourense (22 km)

Dinsdag 26 april 2022

Gisteravond hebben we ‘hard’ onderhandeld met de herbergier van Casa Tomas, over het tijdstip van het ontbijt. Uiteindelijk werd het 7.30 u en toen ik om 7.25 u op de overloop stond, kwam Tomas van een hogere verdieping naar beneden. Slaperig, in de war, maar met een glimlach keek hij mij aan: ‘you kill me!’ In Nederland zouden we vrienden zijn. Sympathieke vent, werkt zichtbaar hard, terwijl zijn vrouw met een glimlach het grote geheel aanstuurt. Maar zij slaapt nu uit, dus Tomas moet aan de bak met brood roosteren, koffie zetten, tafels dekken.

Maar alles begint voor Tomas met muziek uit de boxen aan de eettafel, net als gisteravond toen we ook hier aten. Bruce Springsteen, Joe Cocker en dat soort lieden. Mijn Duitse ontbijttafeldame Erika (60) smelt bij Bruce die ze life heeft gezien. Maar Roy Orbison (o.a. Van Pretty Woman) was haar ‘eerste liefde’, vertelt ze. Waarom? Barbara Jakobs, Roy’s vrouw was geboren in Bielefeld waar ook Erika vandaan komt. Ze hebben elkaar wel eens gezien. Zo eenvoudig is het soms.

Na geroosterd brood, jam en koffie gaat iedereen op weg. (Tomas kan weer naar bed). Ik kom in een looptreintje terecht tussen wandelaars. De Litouwse Dovtola (?) voorop; zij praat hardop voor de dictafoon of telefoon met thuis? Dan de pelgrim met wie ze vannacht de kamer naast mij deelde en haar nu gretig probeert bij te benen. En daarachter de Engelsman die meent dat Boris Johnson, de Engelse premier, binnenkort uit zijn eigen Conservative Party geschopt wordt. Daarachter loop ik in goede ochtend conditie over het asfalt.

Als de zon begint te schijnen, volgt er een gelijktijdige pitstop, waarbij we alle vier achter elkaar van kleding wisselen en de regenbescherming van de rugzak opbergen.

Ik vertrek nu als eerste en blijf dat ook op de dalende asfaltweg. Ik ontmoet nog een bekende Italiaan uit Zuid-Tirol; hij kent daar een goeie Nederlandse tandarts, ‘Bakker’ heet hij. “Nee, die ken ik niet”, vertel ik hem. (..). We passeren een café terwijl het begint te regenen. De Italiaan gaat door, ik ga naar binnen.

En ziedaar, even later komen ook de anderen één voor één binnen. Ik raak aan de praat met de Litouwse als ze vraagt of alle Hollanders zo groot zijn. “Mijn dochter is 1.80m” vertel ik trots. Dovtola was hotelmanager en spande zich in om alles duurzaam te organiseren, in te kopen en te verkopen. Nu heeft ze pas iets gehoord over toepassingen van schimmels in de productie van allerlei gebruiksvoorwerpen. Een nieuwe uitdaging. Van schimmels in de bodem weet ik wel iets, dus we kletsen gezellig door.

De regen is iets minder geworden en iedereen vertrekt. Net voor mij is het de Fransman die netjes zijn ‘parapluie’ opentrekt als hij naar buiten gaat. Ik doe rustig aan want ik vermoed dat die bui overgaat, en inderdaad. Uiteindelijk kan ik droog de volgende kilometers afleggen.

Afdalend kom ik langs de industrie- en bedrijventerreinen van de grote stad: Ourense.

Daar ontmoet ik een vrouw met rugzak uit Israël. Leuke gesprekken. Zij heeft vannacht geslapen in de herberg met Letivia en de Zweedse Karin, vertelt ze. Als ik even moet stoppen, gaat zij alleen verder.

Ik kom nog door enkele schattige dorpjes aan de rand van Ourense waarna ik de buitenwijken in loop. Er zijn ondertussen nog heel wat fikse hellinkjes te nemen. Naar het centrum is het nog 2 km.

Ik ontdek dat alle straten in het centrum op een helling liggen; soms is er zelfs hoogteverschil tussen links en rechts van de straat.

De jeugdherberg is schoon en goed georganiseerd. Maar bijna geen andere slapers. Ik lig alleen op een grote zaal met 5 stapelbedden. ‘s Avonds komt er nog een man op de kamer bij.

Een dagmenuutje in de stad, nog even een barretje om de hoek en dan heb ik het gehad. Ik ga een lange nacht maken. Nog 5 dagen te gaan.

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑