Dag 4: Saugues – Saint-Côme-d’Olt (bus +10 km)

Vrijdag 20 augustus 2021

Één keer per dag rijdt er een bus langs de pelgrim-halteplaatsen tussen Le-Puy-en -Velay en Conques. Wij maken daar gebruik van om vier dagtrajecten verder aan te komen in plaatsen waar we kunnen overnachten. Om acht uur vertrekt de ‘Compostela-bus’ en we rijden al gauw door de heuvels en bergen, helemaal bedekt met bos in allerlei groentinten.

De herfst is echt nog niet begonnen. De vlakkere weidevelden zijn veelal gemaaid en staan vol met gerolde pakketten van hooi in plastic. We zien geregeld pelgrims lopen. Rond 11 uur komen we aan in Saint-Côme-d’Olt. Olt is de lokale naam voor Le Lot, de rivier die langs het dorp stroomt.

Het is een klein middeleeuws dorp dat gebouwd is rond een Romaanse kerk met een gedraaid torendak.

Tegenover de kerk laten we bij de Office de Tourisme onze rugzakken achter en vertrekken voor een lange middagwandeling naar de lokale heuvels waar we prachtige uitzichten hebben op het dorp en het achterliggende klooster. Het is al erg warm als we aankomen bij een grote verzameling rotsblokken die van hoog naar laag de helling bedekken.

We lezen op een bord dat het gaat om vulkanisch gesteente dat 7 miljoen jaar geleden is afgezet op zacht kalksteen. Die onderliggende kalksteen is later opgelost en weggespoeld, zodat het bovenliggende gesteente in brokken naar beneden is gekomen. Heel mooi verschijnsel om van dichtbij het resultaat te zien.

Na een picknick in de wei – un déjeuner sur l’herbe – dalen we af naar het dorp beneden, halen de rugzak op bij de VVV en gaan naar het klooster waar we een kamer hebben gereserveerd. Een vriendelijke broeder verwelkomt ons. Hij is als vrijwilliger uit de Vendée (West-Frankrijk) naar hier gekomen om de pelgrims welkom te heten en wegwijs te maken in het klooster.

We hebben een sobere kamer die we delen met een Franse pelgrim, een aardige jongen die voor de eerste keer de Camino loopt. Hij is erg erg enthousiast over de tocht, de historische verhalen en culturele ontmoetingen. ‘s Avonds hebben we heerlijk gegeten in een gemeenschappelijke ruimte waar amper nog symbolen te zien zijn van de kerk. Na een wandeling in de kloostertuin gaan we slapen.