Dag 51: Châtelus-le-Marcheix – Saint-Léonard-de-Noblat (30 km)

Dinsdag 23 mei 2017

Om 7 uur vertrokken, het wordt een lange loop vandaag. Dauw en mist hangen over de velden, de zon breekt pas aan het einde van de dag door de wolken. Prima omstandigheden. Ik verkies lange stukken asfaltweg boven iets kortere kletsnatte stijgende en dalende zandpaden om droog te blijven en tijd te winnen. Op vlakke asfaltwegen lukt het me om mijn ritme van de vierdaagse aan te houden. Heerlijk gevoel dat de voeten ‘het weer doen’. Dan komt plots een fietser tegemoet, Rob uit Gouda of Gouderak. 

Nederlandse bergrit

Hij maakt een tocht vanaf Faro (linksonder Europa) naar huis. Wat een onderneming! Zou niets voor mij zijn: op de fiets. Te zwaar en te ingewikkeld met zo’n fiets. Rob is erg enthousiast over zijn tocht. Prachtige Spaanse landschappen waar je ‘de regen kunt zien komen en gaan, zodat je van te voren weet wanneer en hoelang je moet schuilen’. Interessant. 

Even later kom ik in het dorp Les Billanges en vind meteen mijn pauzecafé voor een koffie. Bij de voordeur van dit café-restaurant is al aangekondigd, dat binnen Afrikaanse kunst wordt geëxposeerd en verkocht. Ik ben benieuwd. De kroeg is leeg, tenminste wat mensen betreft, want het staat en hangt vol met Afrikaanse beelden, schilderijen, sierraden, etc. De barkeeper komt tevoorschijn en ik zie een mooie donkere Afrikaan met brede glimlach. Na mijn directe vraag uit welk land hij (en alle kunst) komt, is het antwoord: Senegal. Daar heb ik een aantal maanden met veel plezier gewerkt langs de Senegal-rivier in het noorden aan bodemonderzoek voor landbouw. Hij komt uit het zuiden, de Casamance, maar de hoofdstad Dakar kennen we allebei. Nog even gepraat over de biënnale kunstbeurs Dak’Art in de hoofdstad en die ook weer in 2018 plaatsvindt. Voordat ik weer doorga, loop ik nog met open mond rond in het restaurant.

Restaurant volgehangen met schilderijen uit Senegal

Ik vertrek met mijn gedachten in Afrika, een belangrijke periode in mijn leven in de 80er jaren. Ik loop dus een beetje verkeerd, maar loop netjes terug (in plaats van verderop corrigeren) en kom dan bij de beroemde brug: de Pont du Dognon.

De Pont du Dognon over de Taurion

In het dorpje Le Châtenet-en-Dognon staat de deur open van een kerkje: sober en donker van binnen en een opvallende grote toren erop. Voor mensen om me heen een kaarsje aangestoken en een tijdlang op de kerkbanken uitgerust voor het vervolg.

Kerkje in Le Châtenet-en-Dognon

Dan nader ik de eindbestemming, het blijkt een behoorlijk grote stad te zijn. Ik ga naar Office de Tourisme om te informeren naar een slaapplaats en ontmoet daar Wim en Anja, Arno en Jacqui die ik allemaal eerder heb ontmoet. Dus ik schuif gewoon aan in de rij, ik betaal en volg iedereen naar de pelgrimsslaapplaats waar alles is voor 10 €: slaapkamers met prima bed, douche, wasmachine en droger, koelkast deels gevuld en een kast met genoeg om een maaltijd te bereiden of voor een ontbijt. Benadrukt was dat dit allemaal met veel liefde wordt onderhouden door vrijwilligers die pelgrims ondersteunen. Wat is dit mooi. In het ‘livre d’or’ (gouden boek) hebben we ons bedankje geschreven. Nadat ik me heb geïnstalleerd, wandel ik wat in de stad waar ik met Arno een heerlijke pizza heb gegeten.

De trappen van kerk Saint-Léonard-de-Noblat

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑