Dag 18: Pimbo – Uzan (19 km)

Vrijdag 3 september 2021

Vannacht zijn er rustige slapers, vier personen in drie stapelbedden. Ik ben de enige bovenslaper. Om zeven uur staan we op, eten met de andere pelgrims aan de tafel met zeiltje: stokbrood met boter en jams. Zelf heb ik kaas en worst. Voor Dorien heb ik gisteravond twee hardgekookte eitjes gekocht. Na de thee en koffie gaan we op weg.

Het is een natte omgeving: er valt dunne motregen die na een uur overgaat in echte regen.

Met een paar 100m tussenafstand lopen alle pelgrims, in regenjas of poncho en met regenzak om de rugzak heen, op een snel asfaltpad tussen de maïsvelden. Zo lijkt het net Nederland. Niet zo leuk.

Op ongeveer 7 km lopen komen we terecht in een dorp met supermarkt en vooral een warme kroeg, waar we bovendien welkom zijn met onze natte kleding en rugzak. We drogen langzaam op en worden weer mens bij een heerlijk bakkie koffie. De kroeg heeft veel Spaanse trekjes, we zijn dan ook niet ver meer van de grens.

Er hangen veel slingers en kleuren van de Spaanse vlag aan de muur. Maar ook foto’s van stierenvechten en van Pamplona tijdens het dolle stierenrennen door de straten. Bij het toilet hangt als een soort jachttrofee een grote stierenkop. Mevrouw de kastelein zegt dat het vanmiddag mooi weer wordt en de komende dagen ook.

Pas om 11 uur verlaten we het dorp; het regent nog, maar veel lichter en langzaam klaart het op. De wandeling loopt langs lange hellingen met weidegronden voor de koeien dat begrensd wordt door heggen van doornstruiken. De huizen liggen verspreid in het landschap. De woningen zijn veelal erg groot, goed onderhouden en zien er nieuw uit. De luiken voor de ramen zijn lavendelkleurig, meestal gesloten. De regio is duidelijk niet arm. De gewassen die worden verbouwd zijn maïs, zonnebloemen, soja, bonen en gemaaid weidegras.

Op een kruispunt van wegen nemen we een lunch op een bankje. Pieter Post scheurt langs in zijn gele bestelauto. Hij zwaait lachend naar ons.

Het blijft gelukkig droog, het klaart zelfs op. Toch zijn de lange hellingen zwaar te halen onder de zon en met pijn in de voeten. We horen van een andere pelgrim dat dat komt omdat we de hele dag op het harde asfalt lopen.

Om vier uur arriveren we in Uzan, onze bestemming. We gaan naar de Mairie en vandaar zou het 100m lopen zijn. Adres: 90 Impasse de la Mairie. Impasse betekent doodlopende weg. We gaan die weg in en zien één huis. Geen enkel ander, het huisnummer is 90.

We worden van harte welkom geheten door Cécile, een lieve slanke dame van ca. 70, bijzonder charmant en beweeglijk. Ze is in dit dorp geboren op een boerderij vlakbij en ze kent alle 170 inwoners, zegt ze. Ik vraag waarom deze woning het huisnummer 90 heeft en waar de andere 89 woningen uit deze straat zijn gebleven. Ze vertelt dat dat komt doordat de chef van ‘services et equipements’ heeft besloten om de oude manier van nummeren los te laten. In plaats daarvan is de afstand gemeten vanaf de hoofdstraat en die bedraagt 90 meter. Dus huisnummer 90.

Cécile kan heerlijk eten klaarmaken. Er zijn nog twee pelgrims (onze leeftijd) aan tafel die we vanmorgen ook al aan de ontbijttafel hadden ontmoet. Gesprekken over wandelingen op Corsica, in de buurt van Lyon en in Spanje. Ook over eco- verantwoordelijkheid, nieuwe materialen voor kleding (leuke site: numero6.fr) en fietsen.

Na het eten gaan we nog even naar de tuin, waar Florent zijn tentje heeft opgezet.

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑