Dag 29: Chablis – Cravant (23 km)

Maandag 1 mei 2017

Het is 1 mei: de dag van de arbeid. Zeer belangrijk. Alles gesloten. Voor Frankrijk is dit een nationale feestdag. Op de hoek van de straat verkopen kinderen boeketjes lelietjes-van-dalen (de Franse lelies). Het socialisme zit diep in de ziel van de Fransen. In NL kunnen wij ons dat niet meer voorstellen. Ik herinner me nog wel de PvdA ten tijde van Den Uyl, toen uit volle borst de ‘Internationale’ werd gezongen over solidariteit van arbeiders en tegen onderdrukking van de kapitalisten. De Franse presidentsverkiezingen kende voor de eerste ronde drie kandidaten die nog echt de communistische slogans riepen tegen het grootkapitaal. Op de vierde plaats van die eerste ronde kwam de heer Mélenchon, een echte en gerespecteerde socialist, met maar liefst 19% van de stemmen. Scheelt amper 5% met de winnaar van de eerste ronde, Emmanuel Macron. 

De R is uit de maand en het gaat regenen, beloofden de weersvoorspellers gisteren. Vannacht is die voorspelling bijgesteld en het blijft toch de hele dag droog. We lopen blijkbaar voor de regen uit. Veel lange hellingen van wegen omhoog en omlaag door akkers en bossen. Dreigende, mooie luchten kijken op ons neer. Koude wind. 

Langs akkers omhoog en omlaag

Vele lange hellingen met dreigende luchten

Aan het eind van de dag komen we aan in Cravant. Eigenlijk wilden we verder, maar ik ben erg moe en heb pijn in mijn schouders. In het centrum van het stadje is de ‘ruimjezolderop-markt’ zojuist gestopt. Het zou heel gezellig kunnen zijn, ware het niet dat het 1 mei is en alles – ook de kroeg en het plaatselijk restaurant – dicht is. We nemen wat friet met mosterd en ham bij een marktkraam waar ook bankjes staan om te zitten. Bij het enige hotel in de buurt proberen we een kamer te krijgen, maar het is vol, Wat nu? Heeft het geluk me nu eindelijk in de steek gelaten? We lopen naar buiten en ik bots met die grote rugzak tegen iemand op die vraagt of we pelgrims zijn. Het is een Fransman in sportkleding, Italiaanse temperament en looks. Ik leg uit dat er helaas geen plaats is in het hotel en dat ik niet weet wat ik nu moet doen. Wacht even, zegt hij. Ik krijg hoop. Hij praat op zijn Italiaans in het Frans met de receptionist en komt terug. Hij vertelt dat het hotel is opgezet door zijn vader. En dan: “Als mijn vader er achter kwam dat ik wandelaars had weggestuurd, de kou en regen in, dan zou hij mij vermoorden!”. En hij beweegt daarbij zijn rechterhand langs zijn keel. Waauw! We krijgen een soort slaapkamertje, nummer 01, dichtbij de receptie tegen een lagere prijs. We doen de deur open en het is inderdaad een kamer die niet voldoet aan hotelnormen. Maar we hebben een dak boven ons hoofd en zijn gelukkig. Hoewel? Verwarming doet het niet, ramen kunnen niet helemaal dicht, wc spoelt permanent door en vooral: Maurice zakt drie keer door zijn bed. Na allerlei improvisaties hebben we toch enig comfort. Ik val in een diepe slaap. We horen de vrachtauto’s buiten door de plassen rijden. Regen.

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑