Dag 32: Oliva de Plasencia – Aldeanueva del Camino (29 km)

Zaterdag 9 april 2022

Oliva is een stil dorpje van witgekalkte huisjes, kronkelige straatjes die op en neer gaan en uitkomen op een paar pleintjes die zo heten omdat vier of vijf straathoeken bij elkaar komen. Dit witte vlekje op de berghelling ligt vanmorgen helemaal in de wolken; er hangt een soort natte deken over het gehucht. Michael zei dat het regende, maar het zijn de wolken die het wegdek, de woningen en ook de bewoners en de gasten zoals wij, kletsnat maken.

Ik ben klaar voor deze motregen wandeling, want ik heb goed ontbeten in de herberg, prima geslapen en gedoucht. En leuke herinneringen aan gisteravond toen ik nog lang heb zitten kletsen aan de keukentafel met de herbergierster en haar zus in mijn beste Spaans. Ik werd ondervraagd over mijn leven in Nederland en kreeg te horen dat hun leventje niet veel verder reikt dan deze provincie in Spanje. Maar leuke mensen en veel gelachen.

De Engelsen hebben wat startproblemen en gaan om 8 uur in het dorpsrestaurant eten. Ik ben er dan al vandoor, regenjack aan, capuchon op, hoed daarop en in marstempo, d.w.z. het tempo van de vierdaagse op het asfalt (als je niet op de hielen getrapt wordt in die mensenmassa).

Eerst moet ik weer ongeveer 6 km lopen om op de Camino-route te komen. Die verbinding wordt gelegd op de plek waar zich de beroemde Arco Romano de Cáparra bevindt.

Ik kom eerst door een aantal grote landgoederen die afgesloten zijn met stevige (dure) hekwerken en waar achter koeien en paarden rondlopen.

Er is één jongedame die zich opdringt als fotomodel. En terecht.

Onbewust nader ik de Romeinse boog waar ik op de Camino zal komen. En te laat weet ik de kortste weg te pakken. Gevolg is gelukkigerwijs dat ik zo terecht kom op het parkeerterrein dat hoort bij het archeologisch (open lucht) museum dat gaat over de Romeinse nederzetting. Plots komen er een paar auto’s het parkeerterrein op. Er stappen vier volwassen mensen uit in een blauw padvinderskostuum, ‘SCOUT’ staat er in gele letters op hun rug. Er staan overal hekwerken waartussen wandelpaden lopen die langs Romeinse opgravingen gaan.

Ik vraag hoe ik bij de Arco Romana kom en ze wijzen de weg langs de ingang van het museum. Ik ga daar op een bankje zitten onder een afdakje en zie dan een grote bus het parkeerterrein op draaien. Zo’n twintig scoutjes van een jaar of 10 brengen alles in beweging. Als vreemdeling moet je niet kinderen fotograferen, heb ik geleerd, maar ik geniet van dat gekronkel en al die stemmetjes die langzaam verdwijnen door de ingang van het binnengedeelte van het museum. Een goeie keuze om dit uitstapje te doen, je kunt toch geen boomhutten bouwen of kampvuren aanleggen in deze natte kou.

En dan komt het: de beheerder van het museum komt naar me toe en vraagt of ik koffie wil. Normaal kan dit niet, de keuken is niet open, en even later komt hij met een kleurige beker vol met een heerlijke dubbele expresso met melk aanzetten. Hoe leuk is dat?! Mijn eerste koffie, volkomen onverwacht want er zijn geen dorpen of cafés onderweg. Wat een genot. Koffie omdat ik van de aangegeven route afweek…

Ik bedank de man hartelijk voor deze koffiepauze en vertrek. De Romeinse boog van Cáparra is best indrukkend. Hier gaat mijn wandelpad weer verder.

Maar dan zie ik Michel, Kevin en Richard in de ruïnes rondlopen. We kletsen niet veel, want inmiddels is het echt gaan regenen. Met Richard voorop, zetten we een stevig tempo in, want dit weer is niet zo aangenaam. Gelukkig is het een vlak open gebied met wat verspreide steeneiken, brem en meidoornstruiken en korte ondergroei. Graniet komt bij de beekjes aan de oppervlakte. ik maak geen foto’s meer, want alles is nat.

Dan volgt een kilometers lang parcours over een graspaadje langs de geasfalteerde autoweg. Ik verlies alle Engelsen uit het oog, ook Richard die voor mij liep. Mijn voeten beginnen nat te worden, dus ik besluit alleen nog maar over het droge asfalt te lopen. Niet zo leuk, maar het natte gras is ook balen. Er is ook negens een schuilplekje, er is geen zitplekje met afdak of een grote dichte boom met een grote steen eronder.

Om een uur of half twaalf houdt het op met regen, maar dreigend blijft het wel. Op een laag muurtje boven een riviertje, naast de weg waar auto’s langs razen, neem ik pauze met een stukje brood met kaas en ham. Een banaan en veel water voor de binnenjaap. Hèhè eindelijk droog, weer ademhalen en om me heen kijken.

Het blijft vrijwel droog als ik het middagdeel inzet over het asfalt van de autowegen. Dit is echt doorzetten totdat ik na een paar uur op de eindbestemming arriveer.

In het centrum is een groot restaurant waar ik een overheerlijke menu del día bestel. Na zo’n pittige dag is het extra genieten. Als ik daarna weer buiten sta, schijnt zelfs de zon.

Zo komt uiteindelijk alles goed, maar ik heb een slaapplaats besteld die, zo blijkt, nog maar liefst 2 km lopen vraagt. Het hostel ligt buiten het dorp, maar wel op de route. Het is een soort Van der Valk hostel-restaurant vanwaaruit veel toeristische avonturen in de omgeving starten. Voor de natte, vermoeide pelgrim een warm nest.

3 gedachten over “Dag 32: Oliva de Plasencia – Aldeanueva del Camino (29 km)

Voeg uw reactie toe

  1. Wat een leuk verhaal over die kinderen en die koffie 💓 Zozie jamaar weer dat (onbedoeld) afwijken van de gebaande paden hele mooie ervaringen kan opleveren. En wat betreft dat fotograferen van die kinderen, alsje met aandacht hun bewegingen, geluid en spel hebt gevolgd (en jou kennende, heb je dat zeker gedaan) heb je een foto helemaal niet meer nodig, maar blijft het plaatje in je geheugen gegrift.
    Ik blijf je volgen. Buen Camino! Elly

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑