Dag 48: Alberguería – Xunqueira de Ambía (21 km)

Maandag 25 april 2022

De grote kachel in de slaapkamer was uit en dat was te merken toen we de dekens van ons afgooiden: het is maar een paar graden boven nul. Dus snel inpakken en naar het café voor ontbijt. Roberto vertelt dat de eerste schelp werd opgehangen in 2004. Er moeten er nu ongeveer 50.000 stuks hangen. Het ontbijt geeft energie en ‘t is gezellig.

Het is een mooie ochtend, een blauwe lucht met wat wolken en de zon schijnt, nog zonder veel warmte maar met een licht dat ik dagenlang gemist heb.

De eerste kilometers gaan over de hoogvlakte die ik gisteren met veel moeite heb bereikt. Naaldbomen, hei (paarsrode bloemetjes) en bremstruiken (gele bloemetjes) tussen graniet langs het pad. Ik kan ontzettend ver kijken.

Dan, ineens, gaat het afdalen heel snel over een stenig pad waarbij ik me goed moet concentreren, altijd een beetje gevaarlijk: sterke afdaling over losse stenen. De Zweedse Karin zei vanmorgen nog dat ze meer moeite heeft met afdalen vanwege haar knieën en artrose dan met omhoog lopen. 

Karin en Letivia heb ik nu achter me gelaten. Ze pauzeerden eerder om de regenkleding op te bergen en zomers verder te gaan. Zij kennen elkaar nog van de 80-er jaren toen ze beide werkten in een ziekenhuis in Zimbabwe. Een jarenlange vriendschap dus die blijft door de wandelvakanties zoals een paar weekjes lopen op de Via de la Plata. Zij waren vorige week begonnen in Puebla de Sanabria, waar ik ook ben geweest.

Na de afdaling kom ik in het dorp Vilar de Barrio waar ik in een café een overheerlijke koffie met melk bestel. Ik wacht nog op de twee dames, maar het duurt me te lang en na een half uur ga ik weer verder. Ik kom terecht op een enorme vlakte – Nederlands plat – waar ik een paar uur over kaarsrechte wegen langs geploegde en pas ingezaaide akkers loop.

Met dit mooie weer is dit een genot om te doen zo met aan de horizon het hogere gebied.

Aan de rand van het vlakke land bereik ik weer een vervallen dorpje waar ik op een bankje ga eten: brood, kaas, gerookte ham en wat jam. En een flinke slok water. Op het centrale pleintje van het dorp twee dorpelingen gezien, geen pelgrims.

Na de lunch volgen de grillige paadjes naar boven toe waar granieten blokken liggen opgestapeld. 

Op weg naar de bestemming van vandaag loop ik over een breed karrenspoor waarvan ik vermoed dat dit wel eens een heel pad zou kunnen zijn. Paard en wagen kunnen hier mooi doorheen. 

Ik kies voor een toeristische herberg in het centrum naast de kerk en neem een eigen kamer. Er komen later nog pelgrims bij: Duitsers, Engelsen en een vrouw uit Litouwen geloof ik. Met z’n allen eten we in de herberg een pelgrimsmenu met voor mij een heerlijke linzensoep. 

Een van de gasten herken ik als de Duitser Olaf die ik laatst voorbij liep toen hij voetpijn had, omdat hij nog maar net was begonnen met de eerste dag die meteen gruwelijk zwaar was (de sneeuwdag). De gesprekken aan tafel gaan nu eigenlijk alleen maar over de planning van de laatste dagen naar Santiago de Compostela. Mijn plan is duidelijk: elke dag lopen, zodat ik op zondagmiddag in Santiago ben. Misschien is er dan een avondmis in de kathedraal.

Een gedachte over “Dag 48: Alberguería – Xunqueira de Ambía (21 km)

Voeg uw reactie toe

  1. Lieve Jaap. Heb een triest bericht voor je Joop Geijzen heeft nog enkele dagen te leven. Het gaat heel erg slecht . Dus Jaap namens hem graag een kaarsje en straks bij het eindpunt een mooi gebed . Dan komt het boven helemaal goed.

    Doei kanjer je gaat als een speer Martin en Jeanne

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑