Dag 32: Vilalba – Miraz (34 km)

Maandag 16 juli 2018

Al om 7 uur zit ik aan het ontbijt en begin een gesprek met een Hongaarse professor van de Universiteit van Budapest. Zij doet de Camino per fiets, zo’n 50 km per dag. Teveel last van haar voeten om te wandelen. Ze had de vorige avond geen ontbijt besteld, nu wil ze om 8 uur haar eigen voedsel kopen in een winkel in de buurt en dat vervolgens opeten in de herberg. Nou, dat blijkt lastig. Want om half acht komt de schoonmaakster al de eetkamer binnen. De jasschort heeft ze al aan. Zwijgend met een strenge blik naar beneden begint ze haar werk in de eetkamer met de grootste toewijding. Ze begint met vegen, gaat dan dweilen en daarbij extra hard tekeer op onvermoede hardnekkige vieze plekjes op de grond. Voor we ’t weten, zitten we in een soort klas van de kleuterschool die op vakantie is: rondom mijn ontbijttafeltje staan alle stoelen omgekeerd op de lege tafels. Hoe gek is dat?

Omgekeerde stoelen op de lege ontbijttafeltjes

Stomverbaasd kijken de professor en ik elkaar aan. De schoonmaakster verstaat niets / reageert niet op onze vragen in alle talen. Wij besluiten dat ik mijn ontbijtplek bezet houdt, terwijl de professor haar eigen ontbijt gaat kopen. Als ze terug komt met boodschappen, hebben we een gezellig gesprek over alles wat studenten van nu bezig houdt. Generatieverschillen die steeds groter lijken te worden in korte tijd. Parate kennis die steeds minder wordt. Veel jongeren zijn verloren in de moderne wereld zonder een mobieltje: zonder Tom-Tom, zonder krant, zonder muziek, zonder calculator en vooral zonder sociale media. We gaan het allemaal zien, een wereld in voortdurende verandering. Een Camino lopen zou zeker ook voor jongeren goed zijn.

Als we eindelijk vertrekken, is de schoonmaakster zichtbaar opgelucht. We voelen ons niet meer welkom. Vervelend. Maar eenmaal buiten is alles vergeten. De professor fietst weg en ik loop er achteraan. Een stuk door het stadje, even de kerk in die open is. Ik ben alleen, loop zachtjes rond en laat de stilte op mij inwerken. Eeuwenoud, deze kerk van de Heilige Maria.

Eeuwenoude kerk van de Heilige Maria

Elektrische kaarsjes zijn er: voor één euro mag je op een knopje drukken, dan gaat een nieuw lichtje branden. Nou nee. Als ik buiten kom, zie in een parkje een echtpaar gekromd naar de kerk lopen. Zij is zwanger, hij ondersteunt haar, als Jozef en Maria.

Gekromd echtpaar op weg naar de kerk

Dan wandel ik de stad uit. Op mijn gemak. Soms duurt het lang voordat ik mijn ritme te pakken heb als ik vertrek. Het is fris, maar prima wandelweer. Makkelijk parcours, amper klimmen of dalen en de omgeving is vooral vriendelijk ingericht met kleine akkertjes, dorpjes, weitjes met beesten en ook kleine muurtjes van gesteente dat je hier vindt. Het is een soort gesteente waarvan je makkelijk platte stenen kunt maken.

Kleine muurtjes van platte stenen uit de omgeving

De paden zijn onverhard, breed en kronkelen door het landschap. Als ik moet stoppen vanwege wat steentjes in mijn schoenen, wordt ik door een oudere señor gewenkt om naast hem te komen zitten. Heel leuk en bijzonder. We praten (in het Spaans) over zijn dorp, de afstanden en de tijd naar mijn eindbestemming. Gezellig.

Moi met een oudere señor

Veel pelgrims blijven bij dit tafereeltje even stilstaan, zodat ik daarna niet meer alleen loop. Eerst met een Taiwanese die alles fotografeert ‘for my parents at home’. Dan een Duitse studente Kindergarten die over 2 jaar afstudeert en de Camino in de voetsporen van haar moeder loopt. En tenslotte twee Italiaanse vrouwen, die dikke vriendinnen zijn.

Tegen 1 uur kom ik met veel anderen aan in het stadje Baamonde. Ik wil verder, want ik heb er amper 20 km opzitten en wat moet ik hier toch verder in dit stille stadje. Ik eet een pizza, colaatje erbij en door. Dan kom ik bij de laatste 100 km voor Santiago. Een mooie plek voor de milestone zou je zeggen. Dat klopt, alleen hebben ze hem 6 meter verder neergezet. Op de werkelijke 100 km afstand staat nu een stapeltje steentjes. Een Spaanse pelgrim maakt een foto van het Santiagopaaltje van 99.994 km.

Nog 100km naar Santiago

Het is daarna nog een lange tocht, helemaal alleen door bossen en een paar dorpen zonder café. Het gesteente zie ik ook veranderen. Wit gesteente met zwarte mineraaltjes en glinstertjes. Het is graniet. Een ander landschap.

Uiteindelijk kom ik aan in Miraz. Een herberg die gerund wordt door Engelsen. Erg gezellig en goed georganiseerd. Schoon en ruim met ca. 30 slaapplaatsen. Klein restaurant vlakbij: voor mij een pelgrims menu. Simpel allemaal, moe en voldaan.

2 gedachten over “Dag 32: Vilalba – Miraz (34 km)

Voeg uw reactie toe

  1. Wat een mooie omschrijving van je ontmoetingen en de mooie natuur Jaap.
    Wij lezen het met plezier.
    En wat een super wandelweer.
    Het is hier al weken rond de 30 graden.
    Vandaag is de 4-daagse weer begonnen. Zal voor velen afzien zijn.
    Groetjes en veel succes!

    Geliked door 1 persoon

  2. Jaap, alweer bijna in Santiago. Volgens mij een heel mooie route en zo groen, zo anders als het Spanje dat we meestal zien. Leuk om je verslag te lezen en de foto’s te zien. Lijkt me ook mooi om zo lang de kust te volgen en daarna het landschap snel te zien veranderen nu je echt in het binnenland bent. Succes met laatste dagen!
    Mieke

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑