Dag 101: Ponferrada – Pereje (30 km)

Woensdag 12 juli 2017

In alle vroegte gaan Sandy, Inka, Ireen en ik op stap. We komen eerst langs het Tempelierskasteel. Sandy leest er over op de borden. ‘Jacob’, zegt ze tegen mij, ‘I’ve never seen a castle before. I love castles’. Ze is steeds erg spontaan. Toen ik haar iets vertelde over Gaudí, de beroemde Spaanse architect, zei ze ook al: ‘I love architects’. Zij komt uit de natuurgebieden van Tennessee met bossen, meren en watervallen. Als we langs stromend water in bosgebieden lopen, vertelt ze ons over haar mooie stukje USA. 

We nemen een korte pauze als Sandy even naar de apotheek moet. Ik pin wat geld en we lopen door. Bij de volgende pauze mis ik mijn stok. Ik loop terug en vraag de anderen door te lopen en vooral niet te wachten op mij. Daar hecht ik erg aan. Ik vind niet dat men moet wachten omdat ik zo onhandig doe. Ieder loopt zijn eigen Camino. Na een uur of langer heen en weer lopen en zoeken, concludeer ik dat de stok er niet meer is. Opgelost, meegenomen, opgegeten of wat dan ook. Ik moet verder zonder die stok. De tweede stok van mijn Nordic Walking stel hangt sinds Nederland al aan mijn rugzak te wachten op gebruik. Ik laat hem vandaag nog even hangen. Ik geniet van de mooie groene hellingen met veel wijngaarden tegen een strakblauwe lucht.

Strakblauwe lucht en vele tinten groen

Tegen lunchtijd zie ik de drie dames zitten in een bar. Ireen zal in dit plaatsje overnachten. We hebben nog een goed gesprek over haar leven als Mexicaanse in de USA. Ze werkt veel met probleemjongeren en blijkbaar trekt ze op de Camino deze mensen ook aan. Vaders met hun dochter, mensen die het niet meer zien zitten, net als thuis kiezen ze haar uit om hun verhaal te vertellen. Ze schiet even vol, natte ogen. We nemen afscheid van haar.

We lopen met z’n drieën verder. Na een paar kilometer wordt de hitte me teveel. Ik ben helemaal kapot en ik stop ermee. De twee vrouwen lopen verder en we spreken af in Villafranca del Bierzo. Eventueel. Meer dan een uur blijf ik in de schaduw op het terras van een barretje. Een Deense voetpelgrim zit er ook en we raken aan de praat. Hij doet de Camino voor de vijfde keer, steeds vanuit een andere windrichting naar Santiago de Compostella. Volgend jaar wil hij vanaf de Noordkaap naar Santiago fietsen. Leuke sterke vent, hij is er toe in staat. 

Toch maar weer opgestaan en verder naar Villafranca. Daar aangekomen, ontmoet ik weer Inka en Sandy. Ze zitten aan de verlate lunch en zijn bijna klaar om door te pakken naar een volgend plaatsje. Inka heeft net betaald. Ik vertraag hun vertrek en ze halen me over om mee te gaan naar het volgende dorp: Pereje.

Zes kilometer verder komen we, onder hooggelegen autosnelwegen door, eindelijk aan bij de enige albergue in dat plaatsje. Het ziet er zeer authentiek uit, personeel spreekt alleen maar Spaans. ’s Avonds gaan we eten in het enige restaurantje op 20m afstand. 

Inka en Sandy aan de eettafel in Pereje

We slapen met 20 mannen/vrouwen op één kamer. Ik slaap heel redelijk. Nog een weekje.

Geen stapelbedden

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑