Dag 7: Porto – Labruge (24 km)

Zondag 16 juni 2019 (geboortedag van mijn moeder)

Om 7 uur uit het leuke huisje vertrokken. Het is erg stil op straat, want het is zondagochtend. We dalen af naar de rio Douro waar een zatte man voor ons uit springt, rent en danst op smalle muurtjes, etc. Beetje gevaarlijk, maar hij maakt geen brokken. Geen enkel cafeetje is al open. We zien een soort woonboot waaruit nog hippe dansmuziek komt, we zien mensen binnen dansen; voor hen is het nog zaterdagavond. Twee feestvierders met baarden komen over de loopplank de kade op. Gisteravond werd er veel gefeest in de stad. Nu is iedereen: KO.

We lopen onder de moderne brug (Ponte da Arrábida) door en komen ter hoogte van Foz uit bij een barretje dat nu al open is. Het is een ontbijtcafé / banketbakkerij voor koffie met broodjes kaas en ham/ kaas. Verder door langs de kust; er komen geregeld pelgrimstellen bij, voor en achter ons. Even loop ik met een Duitse jonge vrouw met piercing door de neus, brr. Zij was gisteren bevriend geraakt met ene David, een Brit die haar bewonderde en meer wilde dan wandelen. Ook nu was hij weer op zoek naar haar.

We komen langs het brede strand waar de toeristenstroom op gang begint te komen aan het begin van deze zomerse dag. We lopen helemaal door tot einde van het lange strand waar zich de Officia de Turismo bevindt. Om 10.00 uur gaat het bureau open, de dames laten de pelgrimspas stempelen. Ik neem ook plattegronden mee van de omgeving waar we gaan lopen. De brug die we over moeten gaan, is dicht; ik krijg te horen dat er een noodbus is om de mensen naar de andere kant van de brug te brengen, om de haven heen.

In een krap winkeltje gaan we water kopen. Als Nicolien in het winkeltje met twee Portugese klanten, de kruidenierster en wij met onze rugzakken ook nog haar waterflessen wil bijvullen, stap ik maar naar buiten en loop volgens de gele pijlen richting brug en wacht 100m verder op ze. Soms sta je elkaar in de weg.

We komen bij de bushalte als de bus arriveert. Ik raak aan de praat met een mooie jonge Duitse vrouw. In de bus vertelt ze me dat ze deze Camino loopt om thuis een paar weken weg te zijn. Ze heeft drie kinderen en is pas gescheiden. Haar ex-man is nu – voor het eerste jaar – alleen op vakantie met de kinderen. Triest, tranen in de ogen als ze het vertelt. Na de uitstap verdwijnt ze langs de kade uit mijn zicht.

We lopen even door en nemen koffie met ons eigen brood in Bar Beijos (kus). Dan volgt een kilometerslang pad van planken op of net achter de duintjes.

De vrouwen stoppen voor een plaspauze bij een restaurant. De restauranteigenaar is enthousiast als hij hoort dat Marga – in haar vloeiend Portugees – ook een professional is in de horeca. Hij laat hun de keuken en het restaurant zien, ze krijgen een stempeltje en blijven lang aan de praat.

Ik lig heerlijk in de zon te wachten op een bankje vlakbij zee. Het plankenpaadje volgend komen we eindelijk in La Bruge. Ondertussen is het hard gaan waaien, dit schijnt hier normaal te zijn. Ik zou die wind niet elke dag kunnen verdragen.

Aan het eind van een kilometerslange stille straat staat een voormalig schoolgebouw waar Betty ,een ZuidAfrikaanse Portugese kapster, vrijwilligster is voor de ontvangst van pelgrims. Ze is een mooie kleine vrouw van 50, woont naast het schoolgebouw, is gekleed als een hippie. We komen te liggen in een klaslokaal op de begane grond, er zijn 10 enkele bedden, aan de straatkant grote ramen. In de hal krijgen we van Betty een stempel en volgt de registratie, we betalen een donativo van 20€.

Na douche en was gaan we naar het strand. Nicolien wil het zeewater in voor haar voet met blaar. Op terras aan het strand is het genieten in de zon met drank en een wrap. Gezellig gepraat met ober in het Frans over zijn perspectieven en de armoe in Portugal. Terug in de school gaan we naar bed. ’s Nachts hebben we veel last van rumoerige Duisters. Het was weer een prachtige dag geweest.

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑