Dag 52: Saint-Léonard-de-Noblat – Limoges (27 km)

Woensdag 24 mei 2017

Gisteravond gezellig gepraat over onze motivatie om de Camino te lopen. Vooral Jacqui’s verhaal greep mij aan. Hij vertelde hoe hij altijd heeft moeten knokken om verder te komen in het leven. Toen hij een paar jaar geleden werd opgenomen voor een operatie van kanker in zijn hoofd, drong het tot hem door dat hij alleen maar had gewerkt. Snel ging hij met vervroegd pensioen. Zijn laatste jaren werkte hij met autisten. Hij probeert nu meer duidelijkheid te krijgen over zichzelf en over hoe verder. Wandelen in de geschiedenis helpt. Gaan wandelen als pelgrim. Hij is net als veel Fransen erg geïnteresseerd in de oude historie van vóór 1600. Voor mij begint daar onze ‘vaderlandse geschiedenis’, zo na Karel V. In de Zuid-Europese landen als Frankrijk, Italië en Spanje zijn juist ook de middeleeuwen bijzonder belangrijk geweest. Er is overal zoveel te zien aan kastelen, kloosters, kerken en kathedralen, veel middeleeuwse stadjes en dorpen. En in die geschiedenis loopt ook de weg van de pelgrims, het pad dat ik nu ook volg. Met alle moderne hulpmiddelen in een moderne wereld, maar in essentie alleen op pad met mezelf en een zakje op mijn rug in de voetsporen van de oude pelgrims.

Vanochtend vroeg vertrokken, even langs de bakker, verlaat ik de middeleeuwse stad via een heel oud bruggetje, de Pont de Noblat.

De pont de Noblat

Ik loop langs de rivier de Vienne en kom bij een porseleinfabriek. Die industrie is hier al eeuwen. Na de fabriek gaat het wel weer snel steil omhoog. Best weer pittig, zeker met het mooie zonnige weer van vandaag.

Steil pad omhoog

Nog terwijl ik aan het stijgen ben, hijgend en puffend, hoor ik achter mij een racemotor (of hoe heet zoiets) naderen. Bestuurder in strak plastic pak, valhelm op, onherkenbaar, komt snel dichtbij; er is weinig ruimte om te passeren, dus ik gooi me aan de kant van die steile holle weg, ’t gaat net goed. Als ik was blijven staan, had de motorrijder moeten stoppen en was teruggevallen over het pad naar beneden. De motor passeert en ik verlies hem gauw uit het oog. Boven aangekomen kijk ik terug op de stad die ik zojuist heb verlaten. Dat doe ik vaak. Na zoveel tijd even omkijken. Vaak zie je vanuit een ander gezichtspunt weer iets nieuws. Mensen zeggen vaak: niet omkijken, maar vooruitkijken. Als het gaat om de mooie dingen zien of zoeken, moet je zeker omkijken en terugzien, denk ik. 

In het dorpje Aureil kom ik aan tijdens het speelkwartier van de basisschool. Naast het schoolplein is een schaduwplekje onder een boom met een bank! Dat vraagt om pauzeren en genieten van mijn pain met kaas, een appel en water. Naast de bank een boekenkastje met de uitnoding om te nemen en te lezen wat je maar wil. Lezen staat hier hoog aangeschreven. 

Boekenkastje bij de school

Even later kom ik door een gehucht dat er paradijselijk uitziet met allerlei bloemen en kleuren rond oude, maar goed onderhouden huisjes. 


Mijn droomhuisje

Dan nader ik zo langzamerhand de grote stad van Limoges. Ik volg kilometerslange asfaltwegen door saaie buitenwijken, langs bedrijfsterreinen, over bruggen en viaducten, langs rotondes en vangrails of over de berm waar het verkeer langs raast. Voetgangers en ook fietsers zijn niet zo welkom in dit land, overal ontbreekt een fatsoenlijke stoep of een zichtbaar fietspad. 

Ik overleef, duik even een bar in voor twee cola en loop over een moderne brug en zie de middeleeuwse Pont Saint-Étienne.

Pont Saint-Étienne

In het centrum van Limoges ga ik even langs bij een Alpisport winkel voor een paar nieuwe sokken en – vooral – advies over mijn rugzak. Dan blijken er verborgen verstelmogelijkheden aan mijn rugzak te zitten, zodat ik hem nog slimmer kan dragen. Meteen door naar de kathedraal van Saint-Étienne waar ik even rust neem en met geestelijken praat over een slaapplaats en een stempel in mijn pelgrimsboekje. Veel toeristen, veel Nederlanders. De kerk heeft geen slaapplaatsen meer; alles is vol, bezet.

Weg omhoog naar de ingang van de kathedraal Saint-Étienne

Bij de Office de Tourisme vind ik uiteindelijk een goedkoop hotel op een kilometer buiten het centrum. Ik installeer me daar en voel me erg alleen. Bovendien is de wc op de gang en een douche twee etages naar beneden. Gelukkig heb ik een afspraak die avond met Jos, Kiek en een Franse pelgrim om te eten in het oude centrum. Heerlijk en gezellig gegeten in een Marokkaans restaurant. Afscheid genomen van Jos, die gaat morgen verder lopen. Van zijn vrouw Kiek die morgen naar Nederland gaat met de trein. En van de Franse pelgrim die mij het adres van zijn hotel geeft. Want morgen – hemelvaart – op mijn rustdag wil ik naar een beter hotel dichter bij het centrum. 

3 gedachten over “Dag 52: Saint-Léonard-de-Noblat – Limoges (27 km)

Voeg uw reactie toe

  1. Hallo Jaap, ik ben Marian een vriendin van je zus Nel, ik heb met terugwerkende kracht al je verhalen zitten lezen. Wat ontzettend mooi geschreven en dat je daar nog de energie voor hebt omdat elke dag weer op te brengen. Wat een avontuur petje af! Heel veel succes verder!👏👍

    Geliked door 1 persoon

  2. Jaap we hebben hier samen jou vervolgroute eens onder de loep genomen nog ca 1200 km te gaan dat moet een geruststellende gedachte zijn (grapje). Verder ook namens Jeanne mijn bewondering voor jou fantastische verhalen. Heb trouwens in jou startpunt Jacobus de Meerdere in Den Dungen een kaarsje branden geeft gewoon veel steun is mijn overtuiging. Het ga je goed en ga zo door . Voor ons ben je geen kanjer maar een geweldenaar. doei Jeanne en Martin en natuurlijk een klein?likje van Nilllson.

    Geliked door 1 persoon

    1. Dank je Martin en ook Jeanne, t lijkt gisteren dat ik je zag in Den Dungen of juist ook heeel lang geleden. Bedankt, ook voor de kaars, en blijf me volgen!

      Like

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑