Dag 17: Guillena – Castilblanco de los Arroyos (19 km)

Vrijdag 25 maart 2022

Om 7.20 schrik ik wakker. Ik heb zo diep geslapen dat ik even niet meer weet waar ik ben. Dan beginnen de andere Nederlanders te praten en weet ik het weer. Gisteravond in het dorp had ik nog even een regenbui over me heen gehad. Daardoor even later goed ingeslapen in een lekker warm bed.

In het keukentje is het al gauw te druk, dus ik laat iedereen maar even voor. Uiteindelijk ben ik om half negen de laatste die naar buiten stapt op weg naar Castilblanco.

Het regent licht als ik door het dorp naar de brug over de brede rivier met lege bedding loop.

De lucht is helemaal bewolkt. Ik beloof mezelf zoveel mogelijk de harde weg te volgen zonder uitstapjes naar de lager gelegen modderpaden, waar de gele pijlen van de camino naar toe wijzen. Ik heb een app met de route (Maps.me) en die volgt de verharde wegen die ik zoek en die worden uiteindelijk ook aangegeven door de bordjes van de Via de la Plata, de Camino van Sevilla naar Santiago.

Na een kilometer of drie langs asfaltwegen zit er niets anders op dan linksaf te slaan en een modderpad omhoog te volgen.

Het blijkt zo’n 6 kilometer lang pad te zijn van waterplassen en glibberige plakklei die zich onder mijn LOWA-wandelschoenen opbouwt tot een paar cm dikke prut. Het lijkt wel of ik op verdikte zolen loop.

Links en rechts zie ik olijfgaarden (zo heet dat toch?) waar de grond droger lijkt, maar niet zo vlak. Dus toch maar zoveel mogelijk door de olijfgaard, langs het modderpad. Gelukkig regent het niet, maar het is heel zwaar. Voor mij lopen een stuk of vijf pelgrims en ik schat in dat net zoveel mij op afstand volgen.

Elke rots of stenen restant van een bouwsel gebruik ik om even te zitten voor een kleine pauze. Ook om de klei van m’n zolen af te halen en water te drinken.

Vooral Spanjaarden hebben lichte Nike wandelschoentjes aan, die helemaal in de modder zitten en waar al het water gefilterd naar binnen trekt.

Langzaam worden de paden beter begaanbaar, meer rotsen, groene vegetatie, bomen waartussen paarden en koeien rondlopen.

Ik pak een lange pauze. Een Duitser wil mij wel even op de foto zetten.

Eindelijk kom ik, na 13 km, op verharde wegen, later ook langs het asfalt van een grote autoweg. Uiteindelijk kom ik nog vroeg in de middag aan bij de pelgrimsherberg. Ik vind de bekenden terug met wie ik vanmorgen had ontbeten en nu gaan we meteen lunchen: salade, linzensoep, kroketjes, stukjes kippenvlees en wat brood. Heerlijk.

Dan douchen, kleren wassen, boodschappen doen bij de lokale kruidenier en lekker ouwehoeren in de gemeenschappelijke eetzaal. De gemeentelijke herberg is ruim ingericht en wordt professioneel beheerd.

Aan het eind van de dag komt er een mist te hangen boven het dorp.

Ik zie op het weerbericht dat het ongezond is, wederom de Sahara fijnstof. Ik ben benieuwd hoe het zal gaan. We moeten morgen 33 km lopen zonder een dorp of café onderweg. Spannend. Maar ik heb goede voeten en ik heb er zin in. Heel tevreden, om 10 uur gaan slapen.

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑