Dag 8: Labruge – Aguçadoura (20 km)

Maandag 17 juni 2019

We vertrekken en laten een school in de steigers achter.

Albergue de peregrinos São Tiago de Labruge

We pinnen naast de albergue en ontbijten in een broodcafé in de lange straat naar de zee: broodjes ham en kaas met koffie. Marga helpt Nicolien met de behandeling van de voetblaren.

We starten om 07.45u meteen weer op het plankenpad met mooie uitzichten op rotsige stranden. Het is helder weer, maar het betrekt. Donkere wolken trekken over, geen regen. We lopen door mooie vissersdorpjes, met aan de muur tegelschilderijtjes, met bijbelse madurodamtafereeltjes in de voortuin.

Vrouwen die visnetten opvouwen, mannen die krabjes verkopen. Kleurige hutjes waar ze hun spullen kwijt kunnen.

Aan het strand is het fris, de strandwacht zit in zijn gele hesje en met zijn reddingsgereedschap op zijn bestemde plekje verloren naar de zee te staren waar niemand in zwemt.

We komen een Nederlandse vrouw tegen op het pad, eerst in het Engels en dan vraagt ze: ‘Ben jij Nederlands?’. Ze loopt alleen van Porto (via de inlandse weg) naar Santiago, Muxía, Fisterra en weer terug naar Porto. Leuk gesprek.

Oud mannetje op een muur aan de kade reageert opgewonden als we zeggen dat we uit NL komen. Hij woonde en werkte lang in Rotterdam, hij heeft recente fotos bij zich van hem met ‘grandsister’ in de haven. Hij heeft daar gewerkt, geld verdiend en hier een paar apartementen gekocht. Happy kereltje.

Ter hoogte van het ex-salinas strand (zoutwinning) zien we zeewier verzameld worden op strand. We vragen het twee dames: de Franse (N van Parijs) en Portugese hebben samen in Portugal een flatje gekocht. Zij vertellen ons dat het wier wordt gebruikt als mest op hun (moes)tuin.

Een stoere sportieve man komt langs : Cruijff!!! Mijn veel te late reactie: Ronaldo!!

De dames krijgen honger maar blijven toch kritisch op de kwaliteit. We passeren in Poava allerlei snack-tentjes en belanden uiteindelijk om 13.00u in een goed restaurant. Goede kwaliteit van eten, onhandige Braziliaanse ober met stagecontract, en NL-se prijzen.

Na de lunch flink doorgestapt door de bebouwde kom; uiteindelijk arriveren we in het dorpje Aguçadoura en bij de herberg. Hittepetit meisje aan de balie, mooi en klein. Was in Parijs om in de crisisjaren geld te verdienen op een architectenbureau; nu is ze weer teruggekeerd naar haar eigen dorp, hier. Na registratie en installatie, gaat Nicolien met Marga naar de medische dienst op 50m afstand. De dokter blijkt de vader van onze herbergeigenaar. Nicolien is behandeld en moet een dagje vrijnemen met zo’n opgezwollen blaarvoet. We gaan dus niet in een restaurant eten, maar we kopen iets in de supermercado om het hier langs de weg te eten.

Er was hier nog iemand aangekomen: de sterke jonge Milan met zijn arm in het gips met de Jacobsschelp erop getekend. De arm was al voor de camino gebroken en in het gips gezet. Milan, een Tsjech, was via Wenen naar Porto gevlogen en vanaf het vliegveld (zonder een nachtje slaap) direct naar hier gelopen (35 km). Hij had gepland om 10 km verder te lopen, maar hij was kapot.

Ook komen er drie Duitse vrouwen aan, tante met nichtjes binnen. Somber trio uit omgeving Düsseldoff. Om 22.00u. gaan we naar bed, een kamertje met twee stapelbedden.

’s Avonds de behandeling van de voeten van Nicolien.

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑