Dag 45: Lubián – A Gudiña (25 km)

Vrijdag 22 april 2022

Ik word wakker in de bergen van Noordwest Spanje, ver weg van de moderne wereld, binnen is het 20+ graden, buiten is het amper 5 graden en het regent. Ik voel me bijzonder en gelukkig, het is me gegund – qua gezondheid, financiën, vrijheid – om hier te zijn op een mooi plekje van onze planeet.

Het is vandaag, 22 april, de Dag van de Aarde. In Nederland maken we alles graag Amerikaans, het motto is dan ook: Make every day Earth Day. Het gaat er om dat je vandaag de waarde van de Aarde beseft. (en dat dus elke dag zou moeten doen). Daar ga ik hard mee aan de slag: het is koud, nat, geen vergezichten en veel zware klimpartijen. Wat een heerlijke uitdaging!

Ik neem een douche, ontbijt (brood, kaas en jam met oploskoffie) en vertrek naar het café van de eigenaresse om de sleutel af te geven. Ze vertelt dat er zojuist twee vrouwen, pelgrims, hadden ontbeten en een kwartier eerder zijn vertrokken. Ik vermoed dat zij in de pelgrimsherberg sliepen met die uitgestalde rugzakken op bed.

Liefst blijf ik nog vijf bakken café con leche drinken in dit warme café, maar ik ben hier niet op vakantie. Ik loop de pelgrimsroute met de ontberingen die er bij horen; dus ik stap de regen in.

Eerst alleen maar naar beneden tot aan de pijlers van een heel hoog viaduct waar ik de pelgrima’s al ontmoet. Ze zijn bezig om regenbroeken en poncho’s aan te doen. Letivia, een Nederlandse, en de Zweedse Karin beide 50+ en vol goede moed. Elk jaar doen ze een stukje van de Via de la Plata. Dit jaar willen ze Santiago de Compostela halen. In dit weer is verder praten niet leuk, ik ga alleen door.

Langs hellingen van plakklei en veel stenen, lage natte bomen en bremachtige struiken zet ik de ene stap na de andere, terwijl het afstromend water tussen mijn schoenen de omgekeerde richting kiest. Wat een geploeter.

Ik weet dat deze klimpartij ongeveer 5 km duurt, maar het gaat wel langzaam. Dan kijk ik omhoog en zie vlakbij de besneeuwde toppen: over de vegetatie ligt een dun wit vliesdekentje, terwijl de kale grond van de brandgangen(?) sneeuwwit kleurt.

Hoe verder het paadje stijgt, hoe minder het regent en de sneeuwvlokken vallen. Kerstmis met Pasen. Een bepaalde stilte in zo’n besneeuwd gebied en ook het geluid van ‘knoerpen’ onder mijn schoenen maakt dit moment heel bijzonder.

Ik voel me heel alleen, denk aan thuis, maar ik moet ook blijven opletten want de struiken zijn bedekt met sneeuw en hangen zwaar over het looppad.

Ik ben koud en nat als ik het hoogste punt bereik: daar is ook de grenssteen tussen de provincies van Castillië en Galicië.

Ik loop stampend en handen klappend rond om warm te worden en het moment te vieren. Als ik met de afdaling begin, houdt het op met sneeuwen. En later regent het ook niet meer zoveel tijdens mijn wandeling. Wel zware wolken, dreigend, maar geen neerslag meer.

Eindelijk kom ik tegen 12 uur terecht in een café, waar ik best lang geniet van de warmte en de koffie. Er zijn geen gasten. Aan de muur zie ik filosofische teksten en tekeningen.

De pelgrima’s laten erg lang op zich wachten, dus dan ga ik maar weer door; nog 20km+.

Er volgt een leeg gebied heuvelachtig golvend, goede paden en later ook geitenpaadjes waarbij je door het natte gras kletsnat kunt worden in en om je schoenen.

Het stadje A Gudiña zie ik al van ver liggen, vooral grote gebouwen en autowegen, en aan het begin al meteen een hostal. Ik meld me direct aan en even later, na een glas cola in de bijbehorende bar, lig ik op bed van een warme eenpersoonskamer. Wat een dag. Nu hoor ik er helemaal bij 😉, want een pelgrim die nog niet een Camino in de sneeuw heeft gelopen, heeft werkelijk iets gemist. Onvergetelijk.

3 gedachten over “Dag 45: Lubián – A Gudiña (25 km)

Voeg uw reactie toe

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑