Dag 35: Fuenterroble de Salvatierra – Guijuelo – Salamanca (6 km + bus)

Dinsdag 12 april 2022

Met 10 mannen op 7 stapelbedden in een passende ruimte, met een smeulende houtkachel in de hoek en weinig ventilatie is het voor Erik een ideale nacht geweest om te weten wat het is pelgrim te zijn. O ja, er werd ook nog wat afgesnurkt en geknort. Maar we stonden allebei goed uitgerust en met veel energie op, pakten zachtjes in het donker onze rugzakken in, gingen even langs het sanitair en ervandoor. Het was een beetje nat op straat maar het regent niet.

Volgens plan wijken we van de Camino route af en lopen 6 km naar het oosten om in Guijuelo de bus te nemen naar Salamanca. Het is zo om 7.15 u best nog donker.

Saaie wandeling, links lopen op de asfalt autoweg door landschap van muurtjes, wat boompjes en struiken; in de buurt van het dorp een bedrijventerrein en mogelijk, zo schatten wij in: een slachthuis voor de runderen waar deze streek zo bekend om is. Het dorp lag ooit aan het spoor, maar dat is nu niet meer in gebruik. Het blijft voor eeuwig een herinnering.

In het dorp ontbijten we magertjes in een cafeetje dat gelukkig al om 9 uur open is. Nog steeds geen regen. Bij het busstation zien we al bekende pelgrims, de Engelse Richard en de twee pelgrims van de Canarische eilanden die morgen weer via Madrid naar huis vliegen. Ook een heerlijk vooruitzicht lijkt mij. Deze Canariers hadden de taxi besteld vanaf de herberg.

De busreis naar Salamanca verloopt snel, Erik en ik kletsen wat af in deze dagen, is altijd zo geweest. We zien door het achterraam van de bus de Rioja-stier. Ook hier.

Eindelijk zijn we in Salamanca. Eerst lopen we naar het centrale plein: de Plaza Mayor, die wereldberoemd is. Hier vinden de officiële evenementen plaats en is verder, als de zon het toelaat (er staat geen enkele boom) één groot terras van de vele café-restaurants die in de rij van horecazaken achter de galerij zijn verborgen.

Op de open ruimtes van het plein staan de gidsen (met een vlaggetje op een paraplu of lange stok omhoog) temidden van cultuur-hongerige toeristen die in alle talen bediend worden. Tussen de horeca is ook de Oficina de Turismo, de plaatselijke VVV waar we het stadsplan ophalen en alles horen over de route langs de toeristische hoogtepunten.

Met die info op zak gaan we naar ons hotel waar Erik een nacht had geboekt. Ik zelf had daar ook geboekt voor twee latere nachten toen ik nog niet wist dat hij mij zou verrassen. Kortom, kort verblijf voor Erik tot morgenochtend vroeg en voor mij t/m vrijdagnacht.

In het hotel laten we onze bagage en gaan de toeristische route lopen van de Plaza Mayor naar de Romeinse brug over de Río Tormes bij de zuid-westelijke uitgang van de stad. Allereerst komen we bij het oude stadspaleis, nu in gebruik als bibliotheek. Voor mij als pelgrim is natuurlijk de voorgevel van dit gebouw indrukwekkend waarop oneindig veel Jakobsschelpen – symbool van de Santiago-pelgrim – geplakt zijn.

In dit paleisgebouw ‘La Casa de las Conchas’, dat dateert van ongeveer 1220, is er een rechthoekige patio met op de extra verdieping een wandelgalerij met decoraties in kalk en steen en daarachter kamers met informatie over de geschiedenis van dit gebouw.

Direct tegenover dit schelpenpaleis staat het grote tweetorengebouw: Torres de Clerecía. Een barok kerkgebouw van 1615 met alle goud en schoonheid die de kerk rijk was. Erik wil mij gebruik laten maken van de reductie van €2 voor de 60-plusser en noemt mij ‘abuelo’: opa. Ik hoef nooit mijn ID-card te laten zien, ze geloven hem.

Na een korte blik op de religieuze kunstgeschiedenis op de begane grond, gaan we de wenteltrap in een van de torens en krijgen boven – tussen de klokken – een prachtig uitzicht op de andere toren en op de kathedraal, verderop.

Het is even voor vier uur en ik voel toch steeds de dreiging van de klokken als ik in kerktorens ben.

In Roncesvalles was ik ooit met andere pelgrims uitgenodigd door een pater om de klokkentoren te bekijken. Hij voorop en wij erachteraan. Wij stonden na zijn verhaal over de klokken nog naar boven te kijken, toen opeens het klokkenlui-mechanisme vanzelf tot leven kwam. De pater was nergens meer te zien, hij was al naar beneden. Oorverdovend was het het, vingers heel diep in de oren en snel naar beneden! Later bleek dit een stout grapje van deze man: groepjes geïnteresseerden naar de klokkentorens te leiden om een paar minuten voor twaalf. Mijn trauma is nooit weggegaan.

Weer buiten genieten we van de lentezon en lopen langzaam naar de nieuwe kathedraal die we al vanuit de klokkentoren hadden gezien. Nieuw betekent dat de bouw klaar was in 1513. Er is ook de oude kathedraal, de Catedral Vieja de Santa María, waarvan de bouw werd begonnen in de twaalfde eeuw. De oude en nieuwe vormen samen de kathedraal van Salamanca. Bij de bouw van de nieuwe kerk hadden de bouwers besloten om dezelfde stijl (gotisch) voort te zetten om het verschil niet te groot te maken. De nieuwe kathedraal is ook hier weer van een immense omvang: rijk aan zilver, goud en mooie houtsnijwerken, stucwerk en beeldhouwwerk. Voor de processie staan de wagens al klaar.

Zeker een uur rondgezworven, ook in de oude kathedraal die deels naast, tegen maar ook onder deze kathedraal te bewonderen is met prachtige oorspronkelijke muurschilderingen in (aangetaste) kleuren.

Aan de voorgevel van de nieuwe kathedraal worden we gewezen op een bijzonder ornamentje. Het is een astronautje dat als poppetje tussen andere decoraties is geplakt. Grapje van de restaurateurs. Ik ken dat ook van de Sint Jan in Den Bosch waar na de restauratie een poppetje met Smartphone aan zijn oor was ‘ontdekt’: voor ‘een lijntje met God’.

Als je de kathedraal uitloopt, kun je het volgende toeristisch hoogtepunt niet missen, want je staat ineens voor de Casa de Lis, een bijzonder museum van de Jugendstil en Art Deco van 100 jaar geleden.

Ook het Café de Lis is volgens de dezelfde stijl ingericht: de beglaasde buitenwand die vanaf ver is te onderscheiden, is van gekleurd glas in lood. Aan de koffie zijn we inmiddels wel toe. Daarvoor hebben ze hier een juweeltje van een koffiezetapparaat.

Als laatste bezoeken we de Romeinse brug over de Río Tormes.

Hiermee komt dan de toeristische route ten einde. We gaan ’s avonds weer eten op de Plaza Mayor en lopen voordat we gaan slapen, nog even bij de Engelse Pub O’Hara’s naar binnen. De kroeg bleek stampvol te zitten. Veel herrie en geschreeuw, tegen elke muur een tv-beeldscherm. Vooral jonge kerels die meer dan geboeid zaten en stonden te kijken naar de supermatch: Real Madrid – Chelsea (zeg maar: Spanje – Engeland). Een kokende heksenketel daarbinnen natuurlijk. De tweede helft was net begonnen en Real Madrid stond achter. Het werd heel spannend en pas na een verlenging van een half uur wist Real Madrid te winnen. Gelukkig maar, anders was de tent afgebroken.

De ‘rustdag’ heb ik intensief beleefd, genoten van al dat moois in deze wereldberoemde stad en inmiddels ben ik halverwege mijn pelgrimstocht van Sevilla naar Santiago de Compostela. Vrijdag loop ik verder, het wordt mooier weer.

2 gedachten over “Dag 35: Fuenterroble de Salvatierra – Guijuelo – Salamanca (6 km + bus)

Voeg uw reactie toe

    1. Neem hoor, ik had er trouwens ook al zes dagen opzitten vanaf Almeria. Ik voel me in topvorm! Dank voor je te actie, groet🙏🏻

      Like

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑