Dag 18: Castilblanco de los Arroyos – Almadén de la Plata (29 km)

Zaterdag 26 maart 2022

Het heeft vannacht geregend en dat heeft de lucht geklaard: de mist boven het dorp is verdwenen. Vanmorgen wel zware wolken boven me, vanmiddag komt de zon er door en wordt het zelfs warm.

Het is een lang parcours, bijna 30 km zonder een dorp, café, bar of wat dan ook om even een goede pauze te nemen. Dus de pelgrims hebben ingeslagen bij de lokale kruidenier. Ik zelf ook: brood, kaas, jam, bananen, yoghurt en water.

De eerste 16 km gaan over het asfalt: een autoweg waar door auto’s, fietsers en motoren keihard wordt gereden. Een weg met veel bochten, af en toe een open wegdek en het asfalt meegolvend in het landschap.

Verspreid staan er steeneiken met een ondergroei van kort gras met veel steen ertussen. Een mooi gezicht, een soort parklandschap.

Ik nader regenbuien, terwijl achter me de zon er door breekt. Dus dan zie je een mooie regenboog ontstaan.

Eindelijk ga ik van het asfalt rechtsaf door een poort en kom in een beschermd natuurgebied. Ik neem hier pauze, lunch, en even later komen Carla en Connor erbij zitten. Met hen loop ik daarna verder over een mooie brede verharde weg met weer die open vegetatie van eiken waar het schors vanaf is gehaald: kurkeiken, denk ik.

Het wordt een schitterende wandeling, gezellig met elkaar, zonnig in m’n T-shirtje in een prachtige omgeving waar je mooie vergezichten hebt.

Na ca. tien kilometer langs een slingerend beekje komen we terecht bij de grote verrassing van de dag.

Een enorme steile klim naar de hoogste top op 550 m. waar je overal om je heen kunt kijken. Zo na een wandeling van 25 km is dat heel zwaar, maar de beloning is groot als je eenmaal boven bent,

Om in het dorp te komen, dalen we weer af. Een wit vredig dorp, mensen lopen op straat, hangen buiten bij de kroegjes, kinderen rennen rond.

De herberg is een mooi gebouw maar vraagt om wat aanpassingen en onderhoud. Te weinig sanitair, bijvoorbeeld, dus ik ga meteen douchen. Daar knap ik van op.

We gaan nog wat drinken op het pleintje vlakbij en ‘s avonds gezellig in het lokale restaurant wat eten.

Het is koud buiten. Gelukkig zijn er dekens op de bedden. En met wat bier in een moe lijf is het heerlijk slapen.